Maar we telden ze, allemaal
Ik was een jaar of 6, misschien 7. We renden, we renden alvast vooruit. 'Wij rennen vast mama, wij zijn er zo'. Dan renden we door bosjes, takken, stekels. Soms een schram, vaak ook niet. We zagen de struiken al van ver, 'kijk daar zijn ze! ik zie ze, ik zie ze!'. Wedstrijdjes, wie er het eerste is, wie er het meeste plukt. Wie het meeste eet voor we thuis zijn. Bramenvlekken in je kleren, op je gezicht, ja zelfs in je schoenen. En als je geluk had, een emmer vol. Ik herinner me nog die keer dat we op pad gingen, maar dat er nog niets rijp was. Teleurstelling alom. We schommelden, elke dag het liefst. We schommelden harder, hoger. Het kon niet gek genoeg. Ik herinner me de eindeloos lange ritjes in de auto, zonder een woord te wisselen. De stiltes, de ruzies, de tranen. Ik herinner me de schaterlach, ik weet nog hoe het voelde, de trots als je jarig was. We gingen door, ook al waren we moe. We hoeven nog niet naar bed, we hoeven nooit naar bed. Vlekken in je kleren, bramen in je haar. Eten met je vingers, vork en mes blijven in de kast. Bergen bramen & eindeloze schommeluren verder, wij kunnen de wereld aan.
Je blogs zijn echt heel goed geschreven; je hebt talent! (vind ik dan... haha)
BeantwoordenVerwijderen(ik heb ze al-le-maal gelezen, en dat in m'n vakantie, wat een eer)
haha, ik voel me vereerd
BeantwoordenVerwijderenmaar thankyou!