11.9.09

Letters I gave


Point me out

Er komt een dag dat je het alleen moet doen. Die dag komt, echt. Wegrennen kan niet meer, en vliegeren mag ook al niet. Stoepkrijten is voorbij, zakgeld is dan toch echt het geld wat je in je zak hebt. Het komt niet aanwaaien, alleen de wind waait aan. Tot op een dag dat ik buiten was en naar boven keek. Daar kwam het aanwaaien, mijn fascinatie. Een blauwe ballon, met een kaartje eraan. En ik maar denken dat het daadwerkelijk uit de lucht kwam, een brief, van god. Of van mijn overleden goudvis in de hemel. Het was geen brief van god, laat staan van mijn goudvis - die ik ondanks de grootte van het beestje, ontzettend miste. Het was een brief, uit een ander land. Niet uit zomaar een land - ik sprong een gat in de lucht - uit Duits, land. Germany, Deutschland. Ik verwonderde me over het feit dat er geen postzegel op zat, luchtpost is toch ook post? Maar dan zonder postbode met rode fietstassen. Misschien wel met postvliegtuigen, postluchtballonnen en postganzen (het fenomeen 'postduif' was voor mij nog onbekend). De ballon was na een paar dagen gekrompen tot een klein hoopje plastic, maar de brief nam ik overal mee naartoe. Hij werd voor me vertaald, en samen schreven we een brief terug. Vol spanning, en met de gewone post, tot mijn teleurstelling. Die brief zit er nog steeds, ergens in een hoekje van mijn hart. Gewoon, omdat het me zoveel deed. Gewoon, daarom.

2 opmerkingen:

I admit, I really really love to see how other people write and speak.
I do.