28.7.09

Ik word sentimenteel

I swam across, jumped across for you

Ik weet ook best waarom. Nee, beter hou ik er nu mee op. Het maakt de dagen er niet beter op. Het lijkt wel alsof alle emotionele liedjes me opzoeken, om me niet los te laten tot de laatste seconde muziek gespeeld is. Bah. Kom maar hierheen, als je durft. En kijk me dan recht aan, heb het lef maar. Mocht je nog een beetje lef over hebben, geef het dan aan mij? I kinda need some.

Hiroshima in je kop

I'm in the basement, you're in the sky

Nog nooit heb ik gehad, dat ik het echt echt echt niet meer wist. Controle over mijn gedachte is wel het minst gevraagde, toch? Het moet ophouden, iemand schopt alles door de war, slaat gaten in mijn geweten, prikt door wie ik denk te zijn en het.moet.stoppen. Geef het terug. Ik ben mij, ik wil mij terug. Ik wil mijn muziek terug, ik wil mijn naam terug, ik wil mijn voeten terug. Als ik ergens niet tegen kan, is het wel niet kunnen beheersen wie ik ben en wat ik wanneer zeg. Ik ren weg van alles, terwijl ik denk dat ik naar alles toe ren. Ik wil kunnen willen, kunnen. Ik wil vrienden bellen, ik wil praten. Praat maar met mij. Doe alsof je met me praat, doe maar alsof je luistert. Doe alsof het je boeit, alsof het je pijn doet. Doe alles maar, zolang je het maar gewoon doet. Je moet, ik moet anders. So you know, the rest is up to me. Geef maar.


19.7.09

'Niet'


Zonder mijn gezicht,

Ben ik niet wie ik zou zijn. Ik loop niet zomaar weg als ik praat, ik kijk niet de andere kant op. Ik kan het niet vertellen, ik wil het niet vertellen, je ziet me niet. Ik vraag niet alles, ik weet niet alles. Ik hou niet meer van jou, jij niet meer van mij. Ik ben niet een wasmachine, ik ben geen loodgieter. Ik droom niet over regenbogen, ik droom niet van jouw gezicht. Ik droom niet. Ik geef niet al mijn geld weg, ik loop niet over een brug, ik duik niet in het water. Ik wil niet. Ik voel me niet echt oud, ik ben ook niet echt oud. Ik hou niet van mezelf, jij wil mijzelf niet, ik ben niet wat ik denk. Ik wil je niet bellen. Ik wil niet beltegoed dat snel op raakt, ik wil je nummer niet vragen, ik wil niet praten met je vrienden. Ik hoef je vriend niet, ik hoef je woorden niet. Ik heb niet zo veel ambities, ik streef niet echt naar iets. Maar ik wil niet mislukken, ik wil er niet aan onderdoor. Ik wil niet dat je over me heen loopt, zoek maar ergens anders om te lopen. 'Maar jij loopt zo fijn' zeg jij dan. 'Niet', wil ik zeggen. Maar ik zeg het niet.

16.7.09

We are going down, my love

Some people have real problems.

Ik schrik. Elke dag opnieuw schrik ik, maar iedere keer een beetje minder. Tot het moment komt dat ik niet meer schrik, en mensen me voor gek verklaren. Het plaatje, je raakt eraan gewend. 'Maar hé, zo dun is zij toch niet? Kijk dan, die benen zijn nog behoorlijk stevig' hoor ik mezelf zeggen. Later, kan ik mezelf wel slaan. Het wordt gewoon te gek, en we weten het. Iedereen weet het, bijna niemand begrijpt het op de manier zoals het zou moeten. Net als ik er even niet aan denk, wordt ik met de harde feiten in mijn gezicht geslagen. Knalhard. Het moet dun, dunner, dunner. Obsessie, met een meeslepende nachtmerrie als gevolg. Wanneer komt het moment dat deze misselijkmakende obsessie stopt? Is daar ook geld voor nodig? Geld, ja ook dat. Maar wilskracht, even more. Lef misschien nog het meest. Als je bang bent de controle over je leven te verliezen, wat moet je dan nog? Stoppen met eten, stoppen met leven. Sla een willekeurige ELLE open, de graatmagere modellen met lege blikken in hun ogen komen je tegemoet. En wij? Wij vinden het mooi. De verleiding is te groot, zeker voor diegene die het één en ander heeft meegemaakt. Wie helpt je? Wat als je het niet uitspreekt? Als jouw schreeuw om hulp klinkt als gefluister in een glazen fles? Wie hoort je? Het is alledaags, ik in elk geval, zie deze mensen iedere dag. Dun, mooi. Ik heb moeite er doorheen te kijken. Ik weet dat ik niet de enige ben. Welke zieke geest bedenkt zoiets? Onze zieke geest. En waarom, is het zo verdomd lastig om het tegen te houden? Het enige wat wij doen, is nemen. We nemen alles zoals het is, pakken wat we pakken kunnen. Wanneer beginnen wij met geven, tegengas, een druk op de knop is all we need. Een druk op de knop, van duizenden vingers, honderden handen. Ik wil veranderen, ik wil anderen veranderen. Ik kan het in elk geval niet meer, doen alsof. Niet alleen.

5.7.09

Niet het meisje van je dromen

En ze is pas 12 jaar oud.

Meisjes die wachten op de laatste trein, meisjes die wachten om bij jou te zijn, meisjes die wachten in het openbaar, meisjes die wachten op elkaar, meisjes die wachten op het mooie weer, meisjes die wachten op de eerste keer, meisjes die wachten op een volle zaal, meisjes die wachten, allemaal. En ze huilen, ze huilen.

Niet het meisje van je dromen waar je zo goed mee praten kan, niet het meisje uit een soap maar ik kijk wel nu en dan, niet het meisje met de blaren die geen dag voorbij laat gaan, niet het meisje wat om je heen draait, en jij maar niet ziet staan.

3.7.09

iedere dag loop je even door mijn hoofd om je heen te schoppen


lieve, lieve mensen die mij lezen,

ik heb mijn blog verwaarloosd als een meer-dan-idioot
en nu heb ik (weer) een liedje opgenomen,
alleen is het in het
nederlands
voor de verandering,
want die moet er ook zijn



http://www.youtube.com/watch?v=cAALzgKYxp4

21.6.09

Dan aten we bramen en we schommelden tot we erbij neervielen

Maar we telden ze, allemaal

Ik was een jaar of 6, misschien 7. We renden, we renden alvast vooruit. 'Wij rennen vast mama, wij zijn er zo'. Dan renden we door bosjes, takken, stekels. Soms een schram, vaak ook niet. We zagen de struiken al van ver, 'kijk daar zijn ze! ik zie ze, ik zie ze!'. Wedstrijdjes, wie er het eerste is, wie er het meeste plukt. Wie het meeste eet voor we thuis zijn. Bramenvlekken in je kleren, op je gezicht, ja zelfs in je schoenen. En als je geluk had, een emmer vol. Ik herinner me nog die keer dat we op pad gingen, maar dat er nog niets rijp was. Teleurstelling alom. We schommelden, elke dag het liefst. We schommelden harder, hoger. Het kon niet gek genoeg. Ik herinner me de eindeloos lange ritjes in de auto, zonder een woord te wisselen. De stiltes, de ruzies, de tranen. Ik herinner me de schaterlach, ik weet nog hoe het voelde, de trots als je jarig was. We gingen door, ook al waren we moe. We hoeven nog niet naar bed, we hoeven nooit naar bed. Vlekken in je kleren, bramen in je haar. Eten met je vingers, vork en mes blijven in de kast. Bergen bramen & eindeloze schommeluren verder, wij kunnen de wereld aan.

14.6.09

Als ik toch eens Lonneke Engel zou heten

En er zo uit zou zien

Dan zou ik eerst in alle hoeken en gaten van mijn doorleefde, maar o-zo-geweldige kamer zoeken naar oude formulieren waarvoor ik te lui was om ze in te vullen, en vervolgens 100-en keren Lonneke Engel bij 'naam' invullen, en telkens met een steekje van trots. Daarna zou ik een telefoonboek pakken en willekeurig mensen opbellen om vervolgens te zeggen 'Dag, u spreekt met Lonneke Engel' en met een zwierig gebaar de hoorn op de haak smijten (hard). Ik zou huppelend door de straten van Deventer met iedereen een praatje maken, ik zou elke dag in hetzelfde café ijskoffie halen en flirten met dezelfde ober. Ik zou mezelf dagen in de spiegel bekijken omdat ik zo mooi was, ik zou voor elke winkelruit blijven staan om een glimp van mezelf in de spiegelende weerkaatsing op te vangen. Ik zou dansen, met vreemden en niet-vreemden. Ik zou wel aan trekken wat ik wilde, maar me niets aantrekken van wat anderen willen (tot op zekere hoogte). Ik zou er voor iedereen zijn, terwijl iedereen zich afvraagt 'hoe doet ze het toch'. Ik zou iedereen helpen, ik zou de armoede in de 3e wereld oplossen terwijl ik iedereen vrolijk toelach en ze vertel dat ik gewoon zelf geen problemen heb. Ik zou de wereld redden, terwijl de wereld mijn redding is. De redding van Lonneke Engel. Ik zou alles begrijpen, maar niets vragen. Ik zou eindeloze gesprekken kunnen voeren, en ik zou hopen dat er op elke hoek van de straat een spannend nieuw leven op me wacht. Ik zou iedereen accepteren, iedereen zou mij accepteren. Ik zou mijn haar knalpaars verven, en iedereen zou het mooi vinden. Ik, Lonneke Engel, kan alles, mag alles, hou van alles, zie alles, begrijp alles en dat terwijl ik er geweldig uitzie. Ik ben mezelf.

13.6.09

Het gevoel van tussen 2 lege stoelen in zitten

Is als optreden voor een onzichtbaar publiek

Ik hoop, dat ik het nooit meer mee hoef te maken. Alleen, in een volle zaal, terwijl de 2 stoelen naast je leeg zijn. Telkens als je om je heen kijkt nieuwsgierige blikken van mensen die niet weten wat er aan de hand is, meewarige blikken van mensen die het wel weten. Gefluister van afgunstige mensen, vragen van liefdevolle mensen. En in mijn hoofd alleen maar 'heb niet het lef om me ook maar aan te spreken, dan stort ik in'. Ik weet waarom de 2 stoelen leeg waren, en ook al lijkt het niet zo erg, niet zo moeilijk, voor mij is het dat wel. Ik weet waarom je op dat moment je gezicht voelt prikken. Niet omdat je alleen bent, niet omdat iedereen naar je kijkt. Waarom wel? Omdat de personen die eerst naast je zaten zijn opgestaan, en weggelopen. Mensen zullen nu wel denken 'sentimenteel gezeik' en ik heb ook geen zin om in details te treden, maar geloof me. Het doet pijn als iedere keer wanneer je ergens bent, je iemand waar je om geeft, in ziet storten. Ik wou, dat ik het weg kon halen. Ik wou, dat het niet zo was. Puur egoïstisch gezien, maar ook omdat ik het deze persoon niet gun. En god, wat moet dat moeilijk zijn. Wat ik doe in zo'n geval, is het wegstoppen, een glimlach opzetten en met de persoon achter me gaan praten. 'Gaat het wel?' 'Ja hoor' zeg ik dan, om vervolgens de verbaasde blik in ontvangst te nemen. De kleinste dingetjes boren aan alle kanten gaten in mijn lach, maar no way dat iemand ooit ziet dat het me wel degelijk wat doet. Ik ben van steen, ik ben één grote, gigantische betonnen glimlach.